Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gedenk, mijn God, aan Tobia en aan Sanballat, naar deze [24]zijn werken; en ook aan de [25]profetes Noadja, en aan [26]de andere profeten, die mij [27]gezocht hebben vreesachtig te maken. 24. Anders, hunne. Hebreeuws, zijne; dat men kan duiden op enen of elk van dezen, of op Semaja, die zich van hen tot deze boze werken had laten huren. 25. Die dezen titel valselijk aannam. 26. Hebreeuws, het overige der profeten. 27. Gelijk boven, vs.9; zie aldaar.